aad

Pas was ik toeschouwer bij een poetry slam waaraan mijn zoon meedeed. Helemaal vooraan ontwaarde ik Aad, die ik dertig jaar geleden voor het laatst gezien had. Nauwelijks iets veranderd, zag ik. Zou hij mij nog herkennen? Ik heb nu een baard.

Een van de andere deelnemers droeg een gedicht op aan zijn vader. Daarbij knikte hij naar Aad. Wat leuk, dacht ik, Aad heeft ook een zoon, ongeveer van dezelfde leeftijd als Julian.

Na afloop liep ik naar voren om Aad bij zijn schouder te pakken en de hand te schudden. Net voor ik dat wilde doen zag ik dat het Aad helemaal niet wás. Maar hij keek al op, dus zei ik maar: “Wat mooi!”

“Wat bedoel je?” vroeg de man. “Dat uw zoon een gedicht aan u opdroeg.” Bleek dat hij helemaal de vader niet was, de deelnemer had de man náást ’m toegeknikt.

Thuis Aad gegoogeld. Is al jaren dood.

Vorige
Vorige

strak

Volgende
Volgende

rat