de sleutel

Mijn moeder werkte in het verpleeghuis en maakte lange dagen. Als ze eindelijk thuiskwam, plofte ze neer op de bank en verzuchtte: “Wat een dag!” Na tien tellen stond ze op om te gaan koken. Meestal macaroni met Smac.

Als we van school kwamen lag de sleutel in de schuur op de plank. Nog altijd weet ik exact hoe dat voelt: mijn vingers tastend over het hout, tot ze contact maakten met het metaal. Soms lag de sleutel er niet, dan was mijn broer of zus al thuis.

Soms lag de sleutel er niet en was er niemand thuis. Dan was de sleutel gevallen en in de schuur was geen licht. Je had ook nog geen smartphone waarmee je bij kon schijnen.

Soms moest ik wachten tot mijn moeder, mijn broer of mijn zus thuiskwam. Dan wachtte ik en wachtte ik. Minutenlang, soms uren. Ik weet nog exact hoe dat voelt: zittend op een tuinstoel zonder kussen, voor je uit kijken zonder iets te zien. Aan niets specifieks denken. Nu vullen we de wachttijd met op smartphones scrollen, maar ik kan in hevige mate naar de leegte terugverlangen.

Vorige
Vorige

spam

Volgende
Volgende

gewoon lopen