kicken

Kimberley Bos hoopt in Peking olympisch kampioen op de skeleton te worden. Skeleton is ‘sleetje rijden voor gevorderden’, las ik. Op je buik naar beneden met snelheden tot boven de 130 kilometer per uur, zonder rem, hoofd naar voren, 15 centimeter boven het ijs.

In interviews krijgt Bos steevast twee vragen voorgelegd, namelijk of ze geen angst heeft en of ze ervan kan leven. Als dichter wordt mij die tweede vraag ook vaak gesteld, door journalisten of aan de signeertafel, en na tienduizend alternatieve antwoorden te hebben gegeven zeg ik nu meestal gewoon maar ja.

Over de snelheden die ze bereikt zegt Bos dat het "is alsof je je eigen achtbaan mag besturen”. Ik ben bovenmatig gevoelig voor prikkels, maar hou wel van horrorfilms en ook van kermisattracties. Mijn eigen achtbaan bezitten lijkt me wel wat, maar zo'n ding kost 15 miljoen euro en gezien de gemiddelde oplage van een dichtbundel in Nederland zit zo'n uitgave er voor mij niet in.

Daarbij zie ik ook beelden voor me van Michael Jackson, moederziel alleen in zijn eigen reuzenrad op Neverland, en dan rij ik toch maar gewoon naar Walibi Holland voor een hutjemutje-rondje in de Goliath. Vanaf 2 april kan het weer. We gaan niet zo hard als Bos, slechts 100 kilometer per uur en met een veiligheidsbeugel om de buik, maar kicken is het wel.

Vorige
Vorige

corrie en gorki

Volgende
Volgende

hyperniets