kopland
Deze week las ik op verzoek van iemand een gedicht van Rutger Kopland voor. Ik moest denken aan een gezamenlijk optreden, ik ben vergeten waar het was, het was ergens in een zaal.
Ik herinner me dat ik klaar was met mijn voordracht, toen werd Kopland aangekondigd. Pas achter de microfoon, toen het applaus was verstomd, bedacht hij zich dat hij zijn teksten was vergeten. Die ging hij dan maar halen in de kleedkamer.
Zo zaten we te wachten, ten overstaan van een verlaten podium. Een halve minuut ging voorbij, een hele. Toen kwam de dichter weer op, een bundel in zijn hand. Hij opende de bundel en daarna zijn mond en sprak: ‘Weggaan kun je beschrijven als/een soort van blijven.’