maandag

Vandaag is het maandag, maar je moet me morgen eens zien. Dan is het dinsdag en is alles heel anders. Morgen ben ik veel spraakzamer dan nu. Allerlei woorden komen er uit mijn mond, woorden waar ik nu nog geen idee van heb, wat ze zijn en hoe ze zullen klinken.

Soms zal er een woord zijn scherp als een scheermes, bijvoorbeeld swastika. Swastika. Dat woord zal uit mijn mond komen en jij zal denken: waar kwam dat ineens vandaan? Je zult reageren alsof ik je met het teken gebrandmerkt hebt, in plaats van dat ik het alleen maar uitsprak.

Swastika, zeg ik, en ook andere, zachtere woorden met een ā€˜s’. Syllabus. Synapsis. Syntaxis. Synchronie. Symfonie. Allemaal woorden waarvan ik me nu nog geen voorstelling kan maken, maar nog even en ze rollen mijn mond uit. Vandaag nog niet, maar je moet me morgen eens zien.

Vorige
Vorige

zijn

Volgende
Volgende

al dat rood en wit