opgave
Er was iets wat ik najoeg, waar ik alles voor opzijzette, ik was er vol voor gegaan, met ziel en zaligheid, tot ik tot de even pijnlijke als onvermijdelijke conclusie kwam dat dat wat ik ambieerde niet gerealiseerd zou gaan worden.
Nog jaren had ik kunnen doorgaan met najagen, met alles geven, maar in plaats daarvan liet ik het realisme als een hardnekkige griep tot me doordringen.
Het was niet gelukt. Dat lag niet aan mij, of wel, maar dat was niet erg. Of misschien was het wel erg, maar dan was dat ook oké. Of niet, maar daar kwam ik ook wel overheen. Of niet, maar ik wist me gezegend met lieve mensen om me heen. Of niet, dan verwerkte ik ’t wel alleen.