verrassende montage
Als mensen vragen of ik een bepaalde film gezien heb of een bepaald boek gelezen heb, zeg ik de eerste drie keer altijd naar waarheid nee, maar de vierde keer zeg ik toch maar ja, omdat de ander anders denkt dat ik een cultuurbarbaar ben.
Soms knikt de ander alleen maar als ik dat doe, maar soms vraagt hij tot in detail wat ik vond van een een bepaalde scène of een bepaald fragment en dan begeef ik me op glad ijs. Ik heb dan twee trucs ter beschikking: de eerste is dat ik zo abstract mogelijk ga praten, de tweede is dat ik zo snel mogelijk overschakel op een ander onderwerp.
Voorbeeld: als iemand vraagt of ik ‘La Double Vie de Véronique’ van Krzysztof Kieślowski gezien heb, zeg ik: “Prachtige film, ik heb nog lang met die beelden in mijn hoofd rondgelopen.” Vervolgens zeg ik: “Wat me vooral is bijgebleven is de verrassende montage,” en dat begrip laat ik heel even hangen, waarna ik vervolg met een verhaal over een film die ik wél gezien heb en waarover je zou kunnen zeggen dat de montage verrassend is.
Wat dat verder ook maar mag zijn: verrassende montage. Maar veel mensen zullen knikken alsof ze weten wat het inhoudt, omdat ze bang zijn dat mensen anders denken dat ze een cultuurbarbaar zijn.