zonder zicht

Om zes uur wakker. Omdraaien, nog ‘ns omdraaien, toch maar eruit. Trainingsbroek over m’n pyjamabroek, jas over m’n pyjamajasje, naar buiten.

Een polder vol mist. Op een gegeven moment zo dicht dat ik nauwelijks een meter vooruit kan kijken. Ineens een tegemoetkomende hardloper - snel trek ik mijn hond aan de lijn naar me toe, als een hengelaar een snoekbaars.

Voorbij de mist de zon. Eerst aarzelend en bleek, dan majestueus. A great ball of fire. Warmte geeft ze niet, er is alleen maar licht.

Ik ga erin staan en doe mijn ogen dicht. Een hoofd vol zorgen had ik, nu is het leeg. Alleen maar door die zon. Eerst zag ik niks door de mist, daarna niks door het zonlicht. Blijkbaar ben ik gelukkiger zonder zicht.

Vorige
Vorige

echt

Volgende
Volgende

quid pro quo