kameel

Vanochtend liep ik met de hond langs een plantsoen. Mannen waren het onkruid aan het wieden. Ik dacht aan een vakantiebaantje, ruim vijfendertig jaar geleden, toen ik drie weken lang ging schoffelen in de binnenstad van Nijmegen.

Vanuit de keet naar het groen liepen we langzaam. Vanaf het groen terug naar de keet liepen we snel.

Tussen de middag na de lunch deden mijn collega’s een dutje en luisterde ik naar de radio. Het was toen dat ik voor het eerst Ballad Of A Thin Man van Bob Dylan hoorde. Er kwam geen einde aan het lied, het ging maar door. De tekst was zo absurd (“You walk into the room like a camel”) dat ik moest grinniken. Zachtjes, om de soezende mannen om me heen niet wakker te maken.

Toen ik dat lied daar in die keet voor het eerst hoorde, gebeurde er iets. Wát het was, dat wist ik niet.

Vorige
Vorige

vrolijk

Volgende
Volgende

licht