bellen
‘Ik probeerde je te bellen …’ schrijf ik iemand. Meteen daarna realiseer ik me dat dit niet klopt. Ik probeerde niet te bellen, ik bélde. De ander nam alleen niet op.
Wat ik probéérde was een verbinding tot stand te brengen, hetgeen niet lukte.
Dat het niet lukte, was vooral jammer omdat ik zelden iemand bel. Als iemand mij belt neem ik ook zelden op. Als ik dan de stoute schoenen aantrek, is het wel wenselijk dat er wordt opgenomen.
Liefst niet later dan nadat de telefoon drie keer is overgegaan, want dan hang ik op.