lucht
Ik wil nergens bij horen, maar ook door niemand worden uitgestoten.
Als ik meeloop in demonstraties herhaal ik een deel van de gescandeerde leuzen alleen playbackend, happend als een murene.
Op feestjes en rouwbijeenkomsten feliciteer dan wel condoleer ik de jarige dan wel nabestaande, waarna ik mits het een feestje betreft met luide stem twee schuine moppen tap, waar enigszins om wordt gelachen, waarna ik zo uitgeput raak dat ik in de keuken in een boterhamzakje ga lopen blazen, steeds opnieuw, als Sisyfus die een steen de berg opduwt, en ook al vliegt die steeds met een rotgang weer naar beneden, die steen, Sisyfus’ inspanningen resulteren dan toch in ieder geval tot een fysiek resultaat, namelijk een steen onderweg naar boven of weer terug, waar de lucht die ik in het boterhamzakje blaas onzichtbaar blijft, zowel de lucht die uit mijn longen in het zakje verdwijnt als de lucht die uit het zakje ontsnapt.