autipas

Vijf jaar na mijn diagnose heb ik een Autipas aangevraagd en gekregen. Er staat op: Ik heb een vorm van autisme. Je krijgt ’m niet zomaar, je moet vragen beantwoorden, geld betalen en een kopie van de uitslag van je diagnostisch onderzoek meesturen.

Als ik een attractiepark bezoek en de kaart toon, hoef ik niet in de rij te wachten voor de achtbaan. Al is dat nou net weer iets wat veel autisten die ik ken wél heel goed kunnen: wachten.

De kaart is ook voor tijdens crisissituaties, bijvoorbeeld als ik plotseling in contact kom met de politie. Als die de qr-code scannen, kunnen ze lezen dat ze voordat ze tot actie overgaan mij eerst zo rustig mogelijk moeten uitleggen wat ze gaan doen. Daarna moeten ze controleren of ik de boodschap heb begrepen.

De vragen die ze me stellen moeten eenvoudig en eenduidig zijn. De informatie die me wordt verstrekt moet zo kort en bondig mogelijk zijn. Ik moet tijd krijgen om de informatie die me is gegeven te verwerken. En mij onnodig aanraken wordt afgeraden: Is aanraken onvermijdelijk? Kondig het dan eerst rustig aan.

Ik weet niet of de politie bij een crisissituatie onder de indruk is als ik mijn Autipas tussen duim en wijsvinger de lucht in houdt. Ik betwijfel of ze de qr-code gaan scannen en alle instructies tot zich gaan nemen. Wel weet ik dat ik aanrakingen een stuk beter kan verdragen als ik weet dat ze komen.

De reden dat ik de Autipas heb aangevraagd, is om fysiek bewijs te hebben van mijn autisme. Omdat ik 49 jaar zónder diagnose heb geleefd, heb ik nog best vaak twijfels. Heb ik het wel echt, stel ik me niet aan? Ben ik misschien gewoon een beetje overgevoelig?

Op dat soort momenten kan ik mijn Autipas tevoorschijn halen. Ik heb een vorm van autisme, staat op de achterkant. En op de voorkant staat mijn naam. Ik ben het. Ik héb het.

Vorige
Vorige

deadline

Volgende
Volgende

oor uit